Memphis.

 

De paradox van het topvoetbal

luidt als volgt

 

er is een grens

en voorbij die grens is alles anders  

hoe meer berekening

er in het spel wordt gelegd

hoe minder effectief het voetbal wordt

 

het wordt dan steeds meer

een niet meer te ontwarren kluwen

van inzicht en uitvoering

van hart en verstand

 

hoe langer de beslissende bal

wordt uitgesteld

hoe groter inspanning is

van het hele team

om een opening te vinden

 

des te groter is de kans

dat er uiteindelijk

een waardeloze bal

in de zestien wordt gegeven

 

de oude waarheid geldt nog steeds

een briljante pass wordt

alleen op intuïtie gegeven

 

de perfecte voorzet

heeft één belangrijk kenmerk

die lijkt heel eenvoudig

 

die lijkt dan op een bal

zoals op de training wordt gegeven

of voor de wedstrijd

dan wordt de bal nog even

achteloos naar elkaar gespeeld

of later naar de man

die de ballen verzameld

om in een net te doen

 

de perfecte voorzet

maakt de afzender daarvan

onzichtbaar

 

wie is de speler

die de wedstrijd beslist

wie is de koning van de assist


er wordt alleen

een doelpunt gevierd

 

bijna achteloos

dat is het woord

dat bij je opkomt

bij de voorzet

waaruit Stefan de Vrij

met een kopbal scoorde

in de wedstrijd tegen Turkije


de bal eerst nog even goed leggen

en dan nog even kijken


alsof er geen verdedigers zijn

die op je af komen.

 

                    (Memphis).            (2024).